Een melodie is een aantal tonen of geluiden achter elkaar, je kunt ze langzaam of snel, hard of zacht laten gaan. Dat ligt eraan wat je met je liedje of muziekstuk wil zeggen.

 

Als je zelf een melodie maakt, denk je na over:

1) hoe de melodie zich beweegt,

2) de goede volgorde van de noten,

3) de toonomvang van de melodie (wat is de laagste en wat is de hoogste toon)

 

Elke melodie heeft:

- een eigen toonomvang (wat is de laagste en wat is de hoogste toon)

- een eigen contour (de melodielijn, de richting waarin de tonen omhoog en omlaag gaan)

 

Hoofdmelodie: de hoofdmelodie heet ook wel thema. In een muziekstuk kunnen verschillende thema's zitten.

Tegenmelodie: een tegenmelodie gaat tegen de hoofdmelodie in, de tegenmelodie omspeelt of begeleidt de hoofdmelodie.

Motief: een motief komt vaker terug in een muziekstuk. Het is een klein melodietje dat als 'bouwsteen' dient.

Muziekzin, frase: je kan een muziekzin (muzikale zin) verdelen in kleinere stukjes. Een langere melodie kan bestaan uit een voorzin en een nazin. Muziekzinnen bouwen het muzikale verhaal op.